PlusOperarecensie
Opera Die Dreigroschenoper is nog altijd een gitzwarte aanklacht tegen de macht van het geld
Het Berliner Ensemble bracht in ITA Barrie Kosky’s indrukwekkende nieuwe enscenering van Die Dreigroschenoper. De opera uit 1928 is in de loop der tijd eigenlijk alleen maar krachtiger geworden.
Kurt Weill en Bertolt Brecht schreven Die Dreigroschenoper in 1928 voor het Berliner Ensemble en het Theater am Schiffbauerdamm, in de hoogtijdagen van de Weimarrepubliek. Weills snaterende feestmuziek, tegelijkertijd ontregelend als wonderschoon en ontroerend, was een onmiddellijke voltreffer, met 350 voorstellingen in de eerste twee jaar. Het werd het lijfstuk van het Berlijnse theatergezelschap.
Sinds 2009 speelden de Berlijners de enscenering van de Amerikaanse regisseur en hyperestheet Robert Wilson. In 2009 was die te zien bij de Gastprogrammering van het Muziektheater. Een onvergetelijke theaterervaring.
Theaterbeest
Na twaalf jaar werd het tijd voor een nieuwe kijk. Het Berliner Ensemble koos het Australische theaterbeest Barrie Kosky, die we in Amsterdam kennen van de indrukwekkendeTosca, onlangs bij De Nationale Opera te zien.
Kosky’s kijk op het stuk, waarin Brechts tekst niet heilig is, staat volledig haaks op die van Wilson. De Duitse pers ontving de nieuwe productie met gejuich.
In ITA was donderdagavond te zien waarom. Kosky’s enscenering oogt prachtig. De acteurs, die ook zingen, hetzij heerlijk kraaiend vals (Laura Balzer als Lucy), hetzij zuiver en precies (de geweldige Nico Holonics als de immorele schurk Mackie Messer), of iets daar tussenin, zijn allemaal fantastisch. Het zevenkoppige orkestje onder leiding van Adam Benzwi deelt in de gortdroge akoestiek van het ITA rake klappen uit en de decors van Rebecca Ringst zijn door de belichting van Ulrich Eh bij momenten betoverend.
Donker en licht
Die Dreigroschenoper is in de loop der jaren als gitzwarte aanklacht tegen de macht van het geld alleen maar krachtiger en gruwelijker geworden, al begint het stuk nog onnadrukkelijk, met Celia Peachum die door een gat in de glinsterende voorhang Die Moritat von Mackie Messer zingt, de bekendste melodie uit het stuk. Helemaal aan het slot keert dat beeld terug en zingt ze de slotstrofe, die het publiek als een mokerslag treft: ‘de een zit in het donker, de ander in het licht, Und man sieht die im Lichte/ Die im Dunkeln sieht man nicht.’
Als de voorhang omhooggaat, wordt een multifunctioneel metalen staketsel van trappen zichtbaar, waarin de acteurs kunnen klimmen en afdalen, maar de meeste actie vindt plaats op het toneel, heel klassiek. Kosky laat de acteurs zelfs contact maken met het publiek, als Mackie een ‘mooi lied wil horen’ en een nietsvermoedende toeschouwer opeens in een fel licht wordt gezet. Die toeschouwer gaf geen krimp, stond op en zong.
Muziektheater
Die Dreigroschenoper
Door: Berliner Ensemble
Regie: Barrie Kosky
Gezien: 19/5, ITA
Nog te zien: 21 en 22/5, aldaar