PlusAchtergrond
De verzetshelden van het illegale Parool
Oud-Paroolredacteur Harry van Wijnen pluisde voor zijn boek De geldjas van Max Nord de verzetsdaden na van zijn voormalige collega’s en andere verzetshelden.
‘Tal van verzetsgroepen liepen in de val. Door onervarenheid,’ schrijft Harry van Wijnen in zijn voorwoord. Maar het kwam ook door onbezonnenheid of loslippigheid. Notities in zakagenda’s of krabbels op een stuk papier konden levensgevaarlijk zijn. Herman Sandberg, die na de dood van de legendarische Gerrit van der Veen in 1944 de Persoonsbewijzencentrale leidde, wist uit handen van de nazi’s te blijven. De ‘onzichtbare’ Sandberg ‘was niet geneigd zonder grondige verkenning vooraf aan gevaarlijke opdrachten te beginnen’.
Sandberg was door Wim van Norden, de latere directeur van de krant, bij het illegale Parool gehaald toen in januari 1944 nagenoeg de gehele Paroolorganisatie was gearresteerd. Het tweetal zou er, net als vele andere illegale medewerkers, na de oorlog tientallen jaren werkzaam blijven.
Achter gesloten deuren
De in 1937 geboren oud-journalist Harry van Wijnen, die tussen 1965 en 1985 onder zowel Sandberg, de toenmalige hoofdredacteur, als Van Norden heeft gewerkt, kon toen zijn collega’s niet bewegen over hun verzetsdaden te spreken. Wellicht wilden ze niet aan die tijd herinnerd worden, concludeert Van Wijnen.
Van Wijnen wist uiteindelijk wel Van Norden en redacteur Bob Steinmetz zover te krijgen over hun oorlogsdaden te praten. Steinmetz, die als redacteur-vertaler bij het Zwitserse persbureau SPT in Amsterdam werkte en ook kopij leverde aan het illegale Parool, nam hem mee naar de bezemkast in het gebouw Neptunus op de Nieuwezijds Voorburgwal waarin hij de Hellschreiber, de voorloper van de telex, bediende.
Door interviews met hen en met kinderen van de verzetsstrijders, het doorspitten van privéarchieven, documenten van de Stichting 1940-1945 en dagboeken van enkele redacteuren, kon hij de ‘verzwegen verhalen uit het verzet’ optekenen. Naast de verhalen over de Paroolredacteuren, koeriersters en drukkers zijn ook hoofdstukken gewijd aan fotografengroep De Ondergedoken Camera, de Persoonsbewijzencentrale en verzetsman Theun Lammertse.
Speciale jas
Een hoofdstuk gaat over Paroolmedewerker Max Nord, die allerlei functies in het verzet had, maar bovenal loonzakjes voor de illegaliteit rondbracht. In een speciale jas bracht hij grote geldbedragen rond. Toen de jas versleten was, naaide de vrouw van Simon Carmiggelt, die coupeuse was, er een nieuwe voering in, met allerlei onzichtbare binnenzakken.
Het boek eindigt met de dagen rond de bevrijding. Van Norden en collega Jan Meijer lieten SD’er Friedrich Viebahn uit zijn cel halen en wilden weten wat er met de weggevoerde Nederlanders was gebeurd. Viebahn overviel hen met de mededeling dat ze alle namen van belangrijke leden van verzetsgroepen kenden. Paroolmedewerker Bart van Tongeren vond in het oude hoofdkwartier van de SD een wandkaart met een overzicht van het Amsterdamse verzet. Ook de naam van Het Parool stond erop.